Belgische huishoudens beschikken gemiddeld over 1,28 wagens terwijl 10% van de huishoudens geen wagen bezit

In deze analyse (2018) gaan we na hoeveel wagens een huishouden in België gemiddeld bezit. Eerst en vooral merken we dat 90% van de huishoudens minstens één wagen heeft. Gemiddeld beschikt een huishouden over 1,28 wagens. Onze analyses geven aan dat dit cijfer onderhevig is aan sterke lokale variaties. Zo observeren we bijvoorbeeld waarden van 0,76 wagens per huishouden in Sint-Joost-ten-Noode tot 1,6 wagens per huishouden in Herstappe.

In Brussel en in Luik beschikken huishoudens gemiddeld over minder dan één wagen.

Ook in andere steden is dit gemiddelde aantal wagens per huishouden relatief laag. Huishoudens uit Antwerpen, Leuven, Verviers en Charleroi beschikken gemiddeld over één wagen per huishouden.

Lokale variaties en sociodemografische karakteristieken

De analyse baseert zich zowel op het park aan personenwagens (particulieren en leasing) evenals op de karakteristieken en locatie van huishoudens in België. Logischerwijze zien we dat grootsteden het minst aantal wagens per huishouden tellen. Hun gemiddelden bevinden zich om en bij de waarde van één wagen per huishouden.

Naast grootsteden blijkt uit de analyse dat ook andere delen van het land ver onder het gemiddelde van 1,28 liggen. Op de nationale kaart zien we duidelijk in roodtinten de Samber- en Maasvallei. Lagere waarden die we onder meer verklaren door de sociodemografische karakteristieken van de huishoudens die er wonen, zoals bijvoorbeeld lagere inkomens. Ook huishoudens aan de Belgische kust beschikken gemiddeld over minder wagens dan in de rest van het land. Tussen 8 en 14% van de huishoudens heeft er helemaal géén wagen.

10% van de huishoudens heeft geen wagen

Ook hier merkt men heel wat variaties op. In de Brusselse regio vindt men het grootste aantal huishoudens terug die geen wagen hebben. Meer dan 30% van de huishoudens wonende in Sint-Joost-ten-Noode, Sint-Gillis, Elsene en Brussel stad hebben geen wagen. De situatie is minder uitgesproken maar toch gelijkaardig in andere steden als Luik (23%), Antwerpen (20%), Leuven (20%), Verviers (18%) en Gent (17%).

Stadskernen zijn een vruchtbaar terrein voor een alternatieve mobiliteit

Op deze kaart van de Brusselse regio en een deel van Vlaams Brabant ziet men duidelijk het verband tussen een stedelijke omgeving en het aantal wagens per huishouden. Over het algemeen merken we dat stadskernen de laagste uitrustingspercentages hebben. Zodra men zich verder van het centrum bevindt neemt het aantal wagens per huishouden gestaag toe. De verklaring hiervoor is wellicht dat stedelijke huishoudens gemakkelijk toegang hebben tot andere mobiliteitsvormen ende kortere afstanden naar winkels, scholen, werkplekken, ….

Wanneer we de rand van de steden analyseren, stellen we vast dat het aantal wagens per huishouden snel toeneemt. Ook dit is duidelijk zichtbaar op onze kaart van de Brusselse regio. De lichtblauwgekleurde gemeentes vormen een eerste krans rond Brussel en kennen waarden om en bij 1,4 wagens per huishouden. Verderaf gelegen gemeentes kleuren al gauw donkerblauw, wat overeenstemt met gemiddeldes tussen 1,5 en 1,6 wagens per huishouden.

Kerncijfers

  • 1,28 wagens per huishouden
  • 35% van de huishoudens in België bestaat uit één enkele persoon
  • 38% van de huishoudens in Sint-Joost-ten-Noode geven aan dat zij over geen enkele wagen beschikken, gevolgd door 37% in Sint-Gillis, 35% in Elsene, 33% in Brussel stad, 23% in Luik, 20% in Antwerpen en Leuven.
  • Aantal wagens per huishouden
    • 10% hebben geen wagen
    • 57% beschikken over één wagen
    • 33% beschikken over twee of meer wagens