Is het mogelijk het aantal kraambedden te verminderen en tegelijkertijd de toegankelijkheid te verzekeren?

In een recent rapport berekende het Federaal Kenniscentrum (KCE) op vraag van de minister De Block de reële behoefte aan ziekenhuisbedden vandaag en na 2025. Bovenop de algemene adviezen in dit rapport stelde het KCE vast dat het aantal kraambedden met 1.000 verminderd kan worden. Hierbij wordt voorgesteld om kleinere kraamafdelingen te sluiten en ervoor te zorgen dat de betrokken bevolking binnen een tijdspanne van 30 minuten een materniteit kan bereiken.

SIRIUS Insight heeft zich met haar geomarketingexpertise gebogen over de problematiek van de kraamafdelingen. De driedelige studie omvat zowel de huidige situatie, de impact van een sluiting op de reistijd, evenals de analyse tussen de vraag en het aanbod.

80% van de vrouwen bevindt zich momenteel op 17 minuten van een kraamafdeling

Met het huidige zorgaanbod bereikt 98% van de vrouwen tussen 20 en 45 jaar een kraamafdeling met een reistijd van maximaal 30 minuten. De toegankelijkheid blijkt in lijn met de criteria voor bijna de hele betrokken bevolking.

Voor 80% van de bestudeerde vrouwen ligt de dichtstbij gelegen kraamafdeling slechts op 17 minuten van hun woning.

Bij de sluiting van kraamafdelingen zullen de patiëntes zich naar een ander ziekenhuis moeten begeven. Deze heroriëntatie brengt onherroepelijk langere reistijden met zich mee.

Figuur1: Reistijd tot dichtstbij gelegen kraamafdeling.

Gevoelig verhoogde reistijden

Het effect van de langere reistijden blijkt duidelijk op deze kaart die toont wat het effect is van een sluiting. Meteen is ook duidelijk dat eventuele sluitingen niet dezelfde invloed hebben in de verschillende landsdelen. Op de kaart worden de kraamafdelingen weergegeven met een bol. De grootte van deze bol is proportioneel met het aanbod aan kraambedden. De kleur van de bol geeft de gemiddelde toegevoegde reistijd weer voor het doelpubliek indien de betrokken kraamafdeling zou sluiten.

Kraamafdelingen gelegen in de provincies Namen en Luxemburg blijken een cruciale rol te spelen in hun regio. Hun sluiting betekent een verdubbeling van de huidige reistijd. Daartegenover toont de kaart dat de reistijd slechts met 1 tot 18 minuten wordt verhoogd wanneer kramafdelingen in het centrum van het land zouden sluiten.

Figuur 2: Extra reistijd bij sluiting van dichtstbij gelegen kraamafdeling.

5 cruciale kraamafdelingen voor het lokale aanbod

De kraamafdelingen van de groep VIVALIA (Marche-en-Famenne, Libramont en Aarlen), van het ziekenhuis St Josef (St Vith) en van het Centre de Santé des Fagnes (Chimay) spelen een belangrijke rol in hun regio. Indien één van deze kraamafdelingen haar deuren sluit, gaat het om een betrokken bevolking van zo’n 9.000 à 16.000 vrouwen tussen 20 en 45 jaar. Gemiddeld stijgt hun reistijd met 25 minutes om een kraamafdeling te bereiken.

Reistijden die weinig beïnvloed worden

Gezien de hoge concentratie aan ziekenhuizen in bepaalde delen van het land krijgt men een heel ander beeld voor andere kraamafdelingen. Zo blijkt dat de sluiting van de materniteiten van het UZ Gasthuisberg, CHR Mons Hainaut en van de CHC in Heusy minder dan 550 vrouwen treft. Hierbij wordt steeds rekening gehouden met de kraamafdeling die het dichtstbij de woonplaats gelegen is. Voor deze vrouwen is de verlenging van de reistijd beperkt tot zo’n 2 minuten. De sluiting van de kraamafdelingen van de CHR in Verviers en van de IRIS Sud treffen gevoelig meer patiëntes zonder werkelijk een invloed te hebben op hun reistijd.

Weinig invloed op de regio Brussel ?

Indien we specifiek Brussel analyseren, stellen we vast dat de sluiting van kraamafdelingen in deze regio een zeer beperkte impact heeft voor de reistijd van de patiëntes. Maar wat is de werkelijke behoefte van deze regio? Is en blijft het aanbod in lijn met de vraag van de bevolking? Met een aanbod van 418 kraambedden en meer dan 121.909 vrouwen tussen 20 en 45 jaar is het belangrijk zich niet te beperken tot de reistijd als discriminerende factor.

Een kwestie van vraag en aanbod

Er zijn 3.057 kraambedden, verdeeld over 108 kraamafdelingen beschikbaar in België. Als dit aanbod wordt weergegeven met daartegenover de 1.800.005 vrouwen tussen 20 en 45 jaar, levert dit een aantal interessante perspectieven op.
De eerste kaart toont per gemeente hoeveel kraambedden bereikbaar zijn binnen een reistijd van 30 minuten. Logischer wijze is het aanbod het grootst nabij de kraamafdelingen en vermindert dit wanneer de afstand vergroot. Opnieuw onderscheiden de regio’s Brussel, Antwerpen, Luik en Charleroi zich door een groot zorgaanbod voor de toekomstige mama’s.

De tweede kaart laat toe de spreiding van vrouwen van 20 tot 45 jaar in België te bestuderen. De vergelijking van de kaart met het aanbod en die met het doelpubliek laat een bepaalde samenhang zien op vlak van aanbod en de hiermee verbonden vraag. Deze samenhang is relatief: in de provincie Limburg, in West-Vlaanderen en in sommige delen van de Samber en Maas vallei is het aanbod niet strikt gecorreleerd met de concentratie van doelgroep.

Figuur 3: Aantal beschikbare bedden per gemeente toegankelijk in minder dan 30 minuten.

Figuur 4: Geografische spreiding van de vrouwen tussen 20 en 45 jaar.

Conclusie : gevaar voor de toegankelijkheid en het belang van goede criteria

Het KCE-rapport stelt een vermindering voor van het aantal bedden gebaseerd op de analyse van de activiteit en de bezettingsgraad van de kraamafdelingen. De strategie is gericht op het concentreren van het zorgaanbod en zo het aantal beschikbare bedden te verminderen. Daarnaast wordt de toegankelijkheid onderlijnd als belangrijke factor met als gebruikelijke grenswaarde 30 minuten reistijd.

De studie van SIRIUS Insight toont aan dat de sluiting van een kraamafdeling zeer verschillende invloeden kan hebben voor de bevolking. Ook wanneer de grenswaarde van 30 minuten reistijd nog gerespecteerd wordt, kan de sluiting van een materniteit een belangrijke impact hebben op het lokale zorgaanbod.

Voor een optimale reorganisatie van de Belgische kraamafdelingen moet gelet worden op een concentratie van deze diensten rekening houdend met zowel de lokale vraag als een zo eerlijk mogelijke toegankelijkheid voor de verschillende delen van het land.